5. Middelen
Inleiding
Overzicht middelen
Wat mag dat kosten voor het programma?
Bedragen × € 1.000 | Primaire begroting 2017 | Bijgestelde begroting 2017 tm VJN | Bijstelling Najaarsnota | Bijgestelde begroting 2017 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 1.361 | 3.131 | -2.482 | 649 | |
Baten | 562.644 | 576.787 | 15.455 | 592.242 | |
Totaal saldo baten en lasten | -561.282 | -573.656 | -17.937 | -591.593 | |
Storting in reserve | 8.741 | 19.642 | 111.209 | 130.851 | |
Bijdrage uit reserve | 18.077 | 81.126 | 4.027 | 85.152 | |
Resultaat | -570.618 | -635.140 | 89.245 | -545.895 |
Overzicht onvoorzien
Bedragen × € 1.000 | Primaire begroting 2017 | Bijgestelde begroting 2017 tm voorjaarsnota | Bijstelling Najaarsnota | Bijgestelde begroting 2017 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 500 | 500 | -500 | 0 | |
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal saldo baten en lasten | 500 | 500 | -500 | 0 |
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Bedragen x € 1.000 | Primaire begroting | Bijgestelde begroting tm voorjaarsnota | Bijstelling Najaarsnota | Bijgestelde begroting 2017 |
---|---|---|---|---|
Lasten | 18 | 2.012 | -1.994 | 18 |
Baten | 562.644 | 576.787 | 15.455 | 592.242 |
Totaal saldo baten en lasten | -562.626 | -574.775 | -17.449 | -592.224 |
Overzicht overhead
De overhead maakt geen deel uit van het resultaat van Programma 5. Maar wordt hier als een los overzicht gepresenteerd.
Bedragen × € 1.000 | Primaire begroting 2017 | Bijgestelde begroting 2017 tm voorjaarsnota | Bijstelling Najaarsnota | Bijgestelde begroting 2017 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 84.664 | 86.408 | 27 | 86.435 | |
Baten | 2.085 | 2.243 | 175 | 2.418 | |
Totaal saldo baten en lasten | 82.578 | 84.165 | -148 | 84.017 | |
Storting in reserve | 0 | 0 | 361 | 361 | |
Bijdrage uit reserve | 0 | 0 | 1.121 | 1.121 | |
Resultaat | 82.578 | 84.165 | -909 | 83.257 |
Voorfinanciering Houdstermaatschappij Zuid-Holland B.V.
Bij besluit van 12 oktober 2016 hebben de staten € 250.000 ter beschikking gesteld ten behoeve van de beheerskosten voor de eerste vijf jaar van enkel de Houdstermaatschappij Zuid-Holland B.V. (hierna HZH). Het betreft hier de aanloopkosten voor het bestuur tot 2021. Na deze datum moeten deze kosten worden gedragen door de onderliggende werkmaatschappijen.
Op 22 maart 2017 is de HZH opgericht en op 4 juli 2017 is door de Provincie besloten om - via de HZH – de eerste werk BV onder de HZH te plaatsen, te weten het Energiiq Energie Innovatiefonds Zuid-Holland.
Onder de HZH kunnen nu de eerste stappen worden gezet om te komen tot de voorgestane energie-transitie. Met het actief worden van het construct, zijn en worden extra en nieuwe kosten gemaakt
De nieuwe kosten betreffen zowel incidentele kosten (ca. € 300.000) als jaarlijks terugkerende kosten (ca. € 250.000).
Het betreft hier o.a. een aantal incidentele advies - en andere opstartkosten zoals de searchkosten voor een Raad van Commissarissen en het doorbelasten van initiële kosten vanuit de Provincie naar de HZH. De jaarlijkse kosten bestaan o.a. uit het in de opstartfase werken met één accountkantoor voor zowel de HZH als voor de werkmaatschappijen, de Raad van Commissarissen en de benodigde ambtelijk-secretariële ondersteuning.
De extra kosten worden veroorzaakt door de BTW, aangezien op basis van recent fiscaal-juridisch advies blijkt dat de BTW voor het construct en de werkmaatschappijen zeer waarschijnlijk niet compensabel is.
Al deze kosten worden gemaakt binnen de houdstermaatschappij, maar zijn uiteindelijk (ook) ten behoeve van de huidige en toekomstige werk BV’s. Het uitgangspunt dat de werk BV’s deze kosten op termijn zullen dragen blijft intact. In de aanloopperiode heeft de HZH echter te weinig inkomsten zijn om alle exploitatiekosten van de houdstermaatschappij te dekken en is er sprake van een tijdelijk liquiditeitstekort. Deze kapitaalbehoefte kan worden opgelost door een agiostorting richting HZH te doen van € 1,55 mln.
.
Na vijf jaar zal gefaseerd deze agio worden teruggestort naar de provincie. Het tempo en fasering van deze terugstorting zal afhangen van de hoogte van de positieve baten van de werkmaatschappijen en de werkmaatschappijen zullen ieder naar rato van het uitstaand vermogen moeten bijdrage. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat onder de Houdstermaatschappij meerdere werk B.V.’s komen te hangen die de kosten voor de Houdster naar rato kunnen opbrengen. Mocht door voortschrijdend inzicht of andere omstandig-heden geen nieuwe werk B.V.’s onder de houdster worden gebracht, dan zal de doorbelasting naar redelijkheid en billijkheid plaatsvinden waarbij gekeken wordt naar de oorspronkelijke opzet.